Wie waren de Inca's, hoe leefden ze en waar?

Geplaatst op zondag 04 maart 2007 @ 23:17 , 3103 keer bekeken

De Inca's zijn een oude en erg bekende Indianenstam die tot 1532 in Peru (Zuid-Amerika) leefden. Het rijk van de Incas werd in het Inca gebied "Tawantinsuya" genoemd. Tawaintisuyu is een samengesteld woord dat bestaat uit 3 onderdelen:

  • Tawa: Vier, de vier richtingen/elementen.
  • Inti: De zon, de vader van het leven, de koningster
  • Suyu: Land, rand

De vier landen binnen het incarijk waren: Chinchaysuyu, Kontisuyu, Antisuyu en Kollasuyu. Chinsaysuyu is het deel naar Equador toe, Antisuyu is het deel dat naar de uitgestrekte Amazonevlakte leidt, Kontisuyu lag ten zuidwesten van Cusco naar de Stille Oceaan toe en Kollasuyu lag ten zuiden van Cusco naar het Titcacameer toe met een groot deel van Chili en een stukje Argentinië. In het Incarijk waten onder meer woestijnen, tropisch regenwoud, vruchtbare dalen en hoge bergen. De Incas waren heerser over een bevolking die vroeger bestond uit honderden verschillende gemeenschappen die uiteenlopende talen spraken. Het Incarijk heeft maar zo'n kleine 100 jaar bestaan van 1438 tot 1532. In deze korte tijd hebben de Incas het grootste rijk gevormd in die tijd van Amerika voor de komst van de Europeanen. Op het hoogtepunt van het Inca-rijk waren er in het rijk ongeveer 20 miljoen inwoners.. Het rijk lag in het westen van Zuid Amerika en strekte zich uit over meer dan 4500 kilometer. Het gebied omvatte delen van het nu bekende: Colombia, Equador, Peru, Chili, Bolivia en het noorden van Argentinië. Het was zo groot als België, Nederland, Luxemburg, Zwitserland, Italië en Frankrijk samen. De stad Cuzco in het zuiden van Peru was de hoofdstad van het Inkarijk.
Hieronder zie je een plaatje waar heel duidelijk te zien is waar het Incarijk precies lag.

Het Bestuur:
De Inca's hadden een heel groot rijk en daarom was het rijk opgesplitst in kleine provincies en over elke provincie had een gouverneur het voor het zeggen. De gouverneurs hadden ambtenaren in dienst. Zij regelden alles in naam van de koning, bijvoorbeeld: inwoners tellen en belastingen bijhouden. De adellijke Inca's hadden de macht in het Inca rijk zij waren de afstammelingen van een bevolking die in een vallei bij Cuzco woonden. De mythologisch voorvaderen heette Manco Capac en Mama Occla. De inca's leefden heel anders dan de mensen in Europa in die tijd. Er was bij de Inca's niet sprake van 1 koning die alle macht had, maar van meerdere politieke beslissers. In de inca cultuur was er wel sprake van een keizer. De keizer genaamd Sapa Inca ( "Dit betekend in het Nederlands: enige Inca") woonde in de hoofdstad Cuzco. Hij werd vereerd als de zoon van de zonnegod. Iedereen moest gebogen bij de keizer komen en men mocht van dichtbij hem niet recht aankijken men draaide dan het hoofd en de schouders opzij. De keizer trouwde altijd met zijn eigen zus om het Incabloed zuiver te houden. De zus waar hij mee trouwde werd de COYA of keizerin genoemd. Als de koning stierf, dan bleef de familie in het paleis wonen en de nieuwe koning bouwde een nieuw paleis in een pas veroverd gebied. Allen de zoon van de zuster kon de nieuwe keizer worden. De overwonnen stamhoofden werden naar Cuzco gebracht daar werden ze geïndoctrineerd. Als ze gehoorzaam waren en de ideeën van keizer Sapa Inca opvolgden mochten ze weer terug om hun eigen volk te regeren. Dit is een lijst van de 13 Incaleiders in volgorde van bestaan:
1. Manco Capac
2. Sinchi Roca
3. Lloque Yupanqui
4. Maita Capac
5. Capac Yupanqui
6. Inca Roca
7. Yahuar Huacac
8. Inca Viracocha
9. Pachacuti-Inca-Yupanqui
10. Topa Inca Yupanqui
11. Huayna Capac
12. Huascar
13. Atahuallpa

Wie de laatste onafhankelijke Incaleider was is nog steeds niet helemaal bekend. Nadat Huayna Capac gestorven was in 1527, begonnen twee van zijn zonen, Huascar en Atahuallpa, een successieoorlog . Huascar had de steun van de sociale bovenlagen van de Inca's en Atahuallpa had steun van het leger dat onderleiding stond van Huayna Capac.

Het leger:
De omvang van een Inca leger was afhankelijk van het geen dat ze moesten ondernemen. Er waren gemiddeld tussen 70.000 en 250.000 soldaten. Wanneer een oorlog onbeslist was of ongunstig verliep zorgde een rotatiesysteem ervoor dat een deel van de soldaten tijdelijk naar huis konden terugkeren om te herstellen en hun huishouden en landbouwgrond te onderhouden. Discipline was streng, ongeacht de rang. Een voorbeeld hiervan ging over generaal Capac Yupanqui, hij overwon een provincie aan de grenzen van het rijk zonder hiervoor bevelen te hebben gehad en ondanks zijn succes werd hij geëxecuteerd omdat hij was afgeweken van de bevelen.

Het Geloof:

De Inca's vonden het geloof belangrijk en daarom waren er ook veel tempels en werden er vaak mensen geofferd. Bij het volgende hoofdstuk wordt er meer over de tempels en de offers verteld. Inca's geloofde dat alles wat er op aarde leefde en gebeurde het werk was van goden. Daarom gaven ze ook om veel soorten goden, maar dat wordt ook nog uitgebreider verteld.

De Taal:

Quechua was de officiële taal en werd in het hele rijk gesproken, hoewel zeker 20 andere talen in verschillende delen van het rijk bekend waren. Deze taal wordt nu nog in de Andes door ongeveer 10 miljoen mensen gesproken. De Inca's kenden zelf geen geschreven taal maar hadden de Quipu, dat is een koord waaraan gekleurde koordjes hingen met op bepaalde plaatsen knopen erin. Dit gebruikte ze om bepaalde dingen te onthouden en te tellen. Elk verticaal koord staat voor een specifieke rubriek bijvoorbeeld maïs, lama's etc. De kleur bepaalt de rest van de informatie: geel kan bijvoorbeeld goud aanduiden of maïs maar dit heeft te maken met de rest van de informatie die erover bekend is. Voor elke soort goederen was er daarom een speciale ambtenaar, die de betekenis kende en de gegevens doorgaf. Met deze Quipus konden de Inca's een nauwkeurige kalender bijhouden. Deze kalender is nu nog steeds erg bekend.

De Levenswijze:
De meeste Inca's waren boeren die het land bewerkten. De belangrijkste producten waren dan ook aardappelen, maïs, meloenen, tomaten, bonen, pinda's en maniok dat is een boom waarvan de wortels gebruikt werden om meel te maken. In de bergen legden de boeren de velden trapsgewijs tegen de bergen aan. Hiernaast zie je zo'n groot boerendorp met grote terrassen. Door het aanleggen van aardewerk goten en pijpen konden ze water vervoeren naar de akkers. Muurtjes zorgden ervoor dat tijdens hevige neerslag de goede grond niet wegspoelde. Als je in het rijk woonde moest je ook belasting betalen. De meeste mensen betaalden hun belasting in nature. Hiermee wordt bedoeld dat de mensen iets moeten doen, sommige mensen werkten in de goudmijnen, andere mensen stonden een deel van hun oogst af en weer anderen werkten voor de koning . Zo had iedereen dus ander werk. De Inca's vonden het niet erg om het geld af te staan aan hun koning, omdat ze geloofden dat hun koning een zoon van de zon en de maan was. En voor de Inca's waren de zon en de maan de allerbelangrijkste goden. Dus de koning was ook een god en werd als een god behandeld. De belasting die men moest afstaan werd meestal gebruikt voor het bouwen van nieuwe steden of men gaf het aan het leger. Door een goed leger konden namelijk de steden goed verdedigd worden.

De vervoermiddelen:
Renboden (genaamd Chasqui) brachten boodschappen over via de verbindingswegen. Verder waren er niet veel vervoersmiddelen in het Incarijk het wiel was toen namelijk nog niet uitgevonden. Wel maakte ze gebruik van dieren (voornamelijk Lama's) om goederen te vervoeren. De inca's kenden twee soorten vervoermiddelen te water. Namelijk het balsavlot en rietboten Het Balsavlot werd gebruikt op zee en werd gemaakt van balsa dat is een zeer lichte houtsoort. Besturen werd gedaan via een systeem van steekzwaarden. Balsavlotten zijn door de regering verboden omstreeks 1900. De rietboten werden vaak gebruikt vlak bij het strand of op de bergmeren deze boten werden gemaakt van totora-riet. Om deze boot te maken koste geen geld. Deze boten varen nu nog steeds op het Titicacameer en zijn nu nog erg bekend bij de toeristen.

De 'infrastructuur' in het Incarijk:
De steden van de Inca's bestonden vaak uit een centraal plein waar belangrijkste gebouwen stonden daaruit liepen brede hoofdstraten met daar tussen smalle zijstraten, ook dwars door de bergen liepen goede wegen. Vaak leiden de hoofdstraten in de steden naar een tempel. De steden waren heel belangrijk voor de Inca's. Alle goederen uit mijnen en van het platteland werden daar verhandeld of verkocht. Heel het Inca gebied stond met elkaar in verbinding door een netwerk van wegen met een bepaald systeem van wachtposten, forten, bruggen en andere dorpen. Er werden ook tunnels gegraven, zodat de mensen door bergen konden en over rivieren of ravijnen werden bruggen gebouwd. De wegen waren bij elkaar ongeveer 25.000 km lang ze werden gebruikt voor het vervoer van goederen en mensen maar vooral voor hun legers. De Inca's bedachten een soort postvervoersysteem die gebruik maakte van dit wegennetwerk. Langs de wegen bouwden ze om de 2 km Tambos, dat is een soort herberg.
In elke herberg huisden twee "chaspui" (lopers). In elke tambos waren er 2 koeriers, hardlopers die boodschappen moesten overbrengen. Als een koerier een tambo naderde, blies hij op een trompetschelp. De gewaarschuwde volgende renner ging dan naast hem lopen om de boodschap te horen en van buiten te leren en rende zo naar de volgende tambo. De lopers konden met een aflossingssysteem tussen de posten een afstand van 400 km overbruggen in een dag over een landschap met een hoogteverschil van 3300 meter. Soms namen de hardlopers verse vis uit de Stille Oceaan mee, die de keizer dan de volgende dag kon eten. Om goederen te vervoeren gebruikte men de lama want die is zeer goed aangepast voor de grote hoogte in het Andes gebergte . De lopers hadden natuurlijk voorrang op alle andere weggebruikers en droegen opvallend geruite uitrusting zodat ze snel herkend werden.

De Bouwwerken:
De inca's zijn vooral bekend van de bouwwerken die we nu nog in de Andes kunnen vinden. Ze waren uitstekende ingenieurs and architecten. Om de diepe ravijnen in de Andes te kunnen overbruggen bouwden zij hangbruggen. Omdat er in bergen weinig vruchtbare grond beschikbaar was maakten de Inca's tegen de hellingen van de bergen terrassen om zo meer voedsel te kunnen produceren. Ze bouwde grote paleizen en tempels zonder specie of iets dergelijks maar stapelde blokken steen op elkaar die zeer nauwkeurig in elkaar paste, alleen de gewone woonhuizen werden vaak ingebed met grond en klei De stenen waren vaak zo groot en zwaar dat zelfs tien sterke mannen ze niet konden optillen. Zelfs nu nog kunnen we in de Andes veel ruines van tempels vinden. De beroemdste ruïne van een Inca stad is Machu Picchu. Deze vesting stad werd pas in 1911 ontdekt. Het ligt boven op een berg aan de rand van het tropische regenwoud van Peru.

Hoe is men aan alle informatie van de Incacultuur gekomen?
Zoals je eerder dit verslag al hebt kunnen lezen konden de Inca's niet schrijven. Hierdoor is het veel moeilijker geweest om informatie van de Incacultuur te achterhalen. Wat er overgebleven is aan informatie van die tijd zijn de honderden legendes die nu nog 'leven' in de Andes, aantekeningen van Spanjaarden (meestal waren dit monniken) die er toen waren en aantekeningen van een halfbloed Inca- Spanjaard; Inca Garcilaso de la Vega. Deze man is erg bekend hij heeft namelijk ook een erg bekend boek geschreven. In dit boek beschrijft hij wat hij zich nog herinnerd van wat zijn familie hem vertelde over de grootsheid, de geschiedenis en de werking van het incarijk. Dit boek heeft hij geschreven tussen 1589 en 1616. Maar ook door de bouwwerken en overblijfselen van de Inca's is er veel bekend over hun levenswijze. Na vele jaren onderzoek is er door een combinaties van dit alles een goed beeld ontstaan van de Inca's. En er zijn tegenwoordig vele boeken over te vinden.


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan: