Sicán

Geplaatst op woensdag 21 juli 2010 @ 22:32 , 2246 keer bekeken

Tumi+Sican.jpg

Sicán was een precolumbiaanse cultuur die van 750 tot 1375 bestond in het noordoosten van Peru. Deze cultuur werd ook wel de Lambayeque-cultuur, omdat de cultuur in deze regio aanwezig was. De naam Sican is aan de cultuur gegeven door de Peruviaanse archeoloog Izumi Shimada, oprichter van het Sican Archeologisch Project.  Er ontstond een controverse over het feit of deze twee culturen gescheiden culturen zouden zijn of niet. De cultuur werd in drie perioden verdeeld omdat er in de drie perioden verschillen in de cultuur optraden.

Geschiedenis

Vroege periode

De vroege periode begon ongeveer rond 750 tot ongeveer 900. Over deze periode is weinig bekend omdat er weinig artefacten gevonden zijn uit deze periode. De Sican zou een opvolging kunnen zijn van de Moche omdat de motieven van deze culturen die in de gevonden artefacten voorkwamen.[3] De gevonden artefacten van deze cultuur kwamen overeen met de Cajamarca, Wari en Pachacamac. Resten van archeologische vondsten op verschillende locaties hebben laten zien dat deze cultuur handelscontacten onderhielden met volkeren uit Ecuador omdat er schelpen en slakken gevonden waren. Er waren ook contacten met volkeren uit Colombia omdat er smaragd en amber gevonden was. Er waren ook contacten met volkeren uit Chili omdat er blauwe stenen gevonden zijn. Er waren contacten met volkeren uit het gebied van de Marañón rivier omdat er gouden zaden uit dat gebied gevonden zijn. Rond 800 bouwden ze de stad Poma, op de locatie van Batan Grande, in de vallei La Leche Valley.


Middenperiode

Dsc00095.jpgDe middenperiode duurde van 900 tot 1100 en deze periode was de periode van Sican's culturele bloei. De periode werd afgebakend door de noodzaak voor culturele vernieuwingen en sommige daarvan waren nieuw voor het lokale gebied.[4] De bloei zou het gevolg zijn een herleving van politieke en religieuze identiteit en autonomie door het uiteenvallen van het rijk van de Wari en de politiek van de Cajamarcaanse beleid.  De middenperiode werd gekenmerkt door een aantal kenmerken in de kunst en de cultuur van Sican. Deze kenmerken zijn kunst en ideologie, technologie en ambacht, begraafcultuur, lange-afstandshandel, religieuze culten en verscheidenheid aan tempels en de structuur en de autonomie van de staat.[6] Deze kenmerken gaven het bewijs dat de Sican cultuur een sterke economie had, dat er sociale verschillen waren en dat er sterk religieus besef was die de staat domineerde en die ervoor zorgde dat de theologische staat van de cultuur in stand bleef.

Late periode

De late periode begon rond 1100 en duurde tot de verovering van de Chimú in 1375

Rond 1100 was er in het gebied een droogte van een ernst die in 30 jaar niet voorgekomen was. Voordat de droogte uitbrak was de Sicanvallei verbonden met de zee. Water was het centrale thema geworden in de religie van Sican. De veranderingen van het weer waren zo catastrofaal, dat de delta het verschil in weersomstandigheden niet voor de inwoners konden opvangen.[8] De ceremonies werden zo gehouden dat de inwoners het gevoel kregen dat de natuur zich van hen afkeerde. De elites hadden een bemiddelaar tussen het volk en de delta en de de delta was de bemiddelaar tussen het weer en het volk.[8] Na dertig jaar van onzekerheid werden de tempels die het centrum waren van de Sican religie en van de elite in brand gestoken en verlaten tussen 1050 en 1100. Misschien kostten de vooroudercultus en het erkennen van de elites te veel moeite. Dit werd gekoppeld aan de droogte die de landbouw in de regio verzwakte, mogelijk verzwakte dit de tolerantie van het volk voor de elite. Om het volk te redden van de ondergang was een vernieuwing van het politieke en religieuze leiderschap nodig.  Hiervan kwam echter niks terecht door het voorkomen van El Niño in 1100. 

Na de verbranding en verlating van de vroegere hoofdstad moest er een nieuwe hoofdstad gebouwd worden. Túcume of El Purgatorio werd gebouwd als nieuwe hoofdstad voor de Sican. Deze stad werd gebouwd aan de samenloop van de valleien van La Leche en Lambayeque. Tutume werd het nieuwe religieuze en culturele centrum van de Sican. De religieuze en iconografische nalatenschap uit de middenperiode verdween in de nieuwe hoofdstad direct. In de nieuwe hoofdstad verdwenen de Sican Delta en de Sican koning uit de kunst in de late periode. Andere mythologische denkbeelden uit de middenperiode bleven in de late periode bestaan. De religie ging terug naar de traditionele relaties met de natuur, door middel van iconen van vogels, vissen en planten die in de religieuze ideeën van de Sican minder belangrijk waren geworden. Deze ideeën werden gekoppeld aan oudere culturen in het gebied van Lambayeque. De materiële cultuur zoals keramiek en metallurgie die niet gerelateerd waren aan de religie of politiek bleven hetzelfde.  Landbouw en irrigatie werden niet aangetast door de verandering op het politieke en religieuze vlak, zoals aangetoond is Pampa de Chaparri en op andere stedelijke samenlevingen die gebouwd waren op een heuvel.

De plaats Túcume nam de religieuze en ceremoniële prestige over van Sican. De stad bevond zich op de plek waar in de middenperiode de Sican gewoond hadden. De grafheuvels en tempels uit de middenperiode werden in de late periode nog steeds gebruikt. Dit kon omdat de grafheuvels niet werden geassocieerd met de val van de cultuur aan het begin van de late periode. In Tucume werden dezelfde soorten ceremoniële en religieuze artefacten gevonden die van dezelfde materialen gemaakt waren als de artefacten uit de Sican cultuur. De plaats groeide in de 250 jaar van overheersing door de Sican-cultuur. Tijdens de invasie van de Chimú in de het gebied van de Lambayeque in 1375 waren er 26 grafheuvels in Tucume. De stad was door de inwoners van Sican gebouwd op 220 hectare rond de vulkaan La Raya. Tucume werd gezien als de reorganisatie en de hereniging van de Sican elite en de bevolking tot aan de val van Sican dor de Chimu.


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan: