Blog
Geplaatst op zaterdag 30 oktober 2010 @ 23:48 door Calamandja , 1653 keer bekeken
Opgravingen bij een heilige piramide in Mexico maken veel duidelijk over de bloedige rituelen van de Azteken. Maar hun meest gevreesde heerser Ahuitzotl is nog steeds onvindbaar. Weten archeologen zijn tombe te vinden?
Aan de rand van het Zócaloplein in Mexico-stad is bij de ruïne van de heilige Azteekse piramide Templo Mayor het skelet gevonden van een hond of een wolf. Die werd vijfhonderd jaar geleden 2,5 meter onder de grond begraven in een met stenen platen beklede schacht. Het is niet waarschijnlijk dat het dier aan iemand toebehoorde of zelfs maar een naam had. Toch droeg het een kralenketting van jade en had het turkooizen dopjes in de oren. En aan de poten zaten bandjes met belletjes van puur goud. Aristo, zoals de hondachtige is genoemd, werd in de zomer van 2008 opgegraven door een groep archeologen onder leiding van Leonardo López Luján. Het team was daar twee jaar eerder neergestreken nadat er bij graafwerkzaamheden voor nieuwbouw een uitzonderlijke vondst was gedaan: een langwerpige, twaalf ton wegende stenen plaat van lichtroze andesiet, die in vier grote stukken was gebroken. Op de monoliet was in reliëf de afschrikwekkende beeltenis aangebracht van Tlaltecuhtli, de godin van de aarde die bij de Azteken de kringloop van het leven symboliseert. Ze hurkt barend neer, drinkt tegelijk haar eigen bloed en verslindt zo als het ware haar eigen schepping. Al tweemaal eerder waren er in de buurt van de Templo Mayor bij toeval Azteekse monolieten ontdekt: in 1790 vond men er de 24 ton wegende zonnesteen van zwart basalt, in 1978 een acht ton wegende stenen schijf met een afbeelding van de maangodin Coyolxauhqui.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.